In het LMIO werken alle partijen samen die iets kunnen betekenen in de strijd tegen online aan- en verkoopfraude, begint Van der Linden van de Politie: “Dat zijn de Politie, het Openbaar Ministerie, online handelsplaatsen, internetserviceproviders, de Nederlandse Vereniging van Banken, de Betaalvereniging, zeven banken en de Autoriteit Consument & Markt. De samenwerkafspraken zijn vastgelegd in een convenant, dat onlangs werd aangescherpt.”
Niet waarschuwen
Bij het LMIO komen aangiftes terecht van mensen die zich benadeeld voelen bij de aan- of verkoop via kanalen als online handelsplaatsen, webwinkels maar ook sociale media. Banken zijn een belangrijke partner voor het LMIO, aldus Van der Linden: “Voorheen zagen wij als politie op sommige – gewoon particuliere – bankrekeningnummers wel 300 aangiftes binnenkomen. Maar we konden banken niet waarschuwen dat er op zo’n rekening waarschijnlijk sprake was van oplichting. Voor ons reden om de samenwerking te zoeken met banken. Maar informatiedeling moet je kunnen legitimeren. De Wet Politiegegevens biedt ons nu de mogelijkheid om informatie te ontsluiten voor derde partijen, in dit geval banken. Zo kunnen we na een bepaald aantal aangiften banken informeren, waarop zij na eigen onderzoek actie kunnen ondernemen. De rekening(en) in kwestie blokkeren bijvoorbeeld. Dat is in de praktijk een effectieve blokkade om meer slachtoffers te voorkomen.

Jongerenrekening?
De politie mag onder voorwaarden informatie delen met banken. Maar banken mogen geen informatie delen met de politie. Van der Linden: “Dat is vanwege de privacywetgeving, de AVG. Maar we zijn in gesprek met de banken en de Betaalvereniging om te kijken hoe we die informatiedeling toch wederzijds kunnen maken, met inachtneming van de privacywetgeving. Want het belang is groot. Wij als politie zien de fraude pas als de slachtoffers zich bij ons melden; dan ben je vaak te laat. Banken kunnen echter in een veel eerder stadium mogelijke fraude detecteren. Een grote Nederlandse bank zag bijvoorbeeld een storting van enkele tientallen duizenden euro’s op een jongerenrekening. Dat is natuurlijk verdacht. Maar een bank mag zulke informatie in principe niet met ons delen.”
Informatiedeling tussen banken
Van der Linden: ‘Ook de informatiedeling tussen banken onderling verdient aandacht. We zien bijvoorbeeld in onze analyses dat een afgesloten rekeninghouder bij een andere bank gewoon weer een rekening opent. Of zelfs bij meerdere banken. Dat betekent dus dat de fraudeur gewoon kan doorgaan. Maar banken mogen elkaar niet waarschuwen in deze gevallen, vanwege diezelfde privacyregelgeving. Ze mogen op dit moment slechts zeer beperkt gegevens over klanten delen onder het Pifi (Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen). En daar valt online aan- en verkoopfraude niet onder. Zo blijft het natuurlijk een beetje ‘dweilen met de kraan open’. Ik zou graag zien dat de mogelijkheden verruimd worden zodat fraudeurs niet langer kunnen hoppen van de ene naar de andere bank.”
PPS-portaal
Waar wij als politie naar streven, is een PPS-portaal in de strijd tegen online fraude, aldus Van der Linden: “Een uitgebreide publiek-private samenwerking voor melding van internetfraude én cross-sectorale gegevensuitwisseling. In het portaal komen meldingen die bij banken, politie en andere partijen zoals de Fraudehelpdesk worden gedaan, bijeen. Zo’n portaal kan in eerste instantie worden ingezet ter voorkoming van aan- en verkoopfraude, maar zou kunnen worden uitgebreid naar andere vormen van digitale criminaliteit. Dan kunnen we ons pas als maatschappij een goed een beeld vormen: welke vormen zijn er, wat zijn nieuwe ontwikkelingen en trends, welke omvang heeft het en hoe kun je het voorkomen en bestrijden?”
Check de (ver)koper
Ook klanten spelen een belangrijke rol in het bestrijden van online fraude, benadrukt Van der Linden: “Gebruik je gezonde verstand. Klinkt een deal te mooi om waar te zijn, dan is dat vaak ook zo. Betaal veilig, bijvoorbeeld via gelijk oversteken waarbij het geld tijdelijk op een tussenrekening staat. Bereid je voor en bekijk de reviews van een online webwinkel. Dus ken de partij met wie je zaken gaat doen. En last but not least: check in de database op politie.nl of er ooit aangifte van online oplichting is gedaan tegen jouw handelspartij. Die database ‘Check de (ver)koper’ wordt gevoed door aangiften van burgers. Die checkfunctie is dus vóór en dóór burgers. Aangifte doen heeft altijd zin. We kunnen helaas niet alle zaken oppakken en oplossen. Maar we kunnen wel zorgen voor een nog betere informatiedeling en zo bijdragen aan het voorkomen van nog meer slachtoffers.”
Bron: nvb.nl